Stigas zet in op preventie van beroepsziekten

Stigas zet in op preventie van beroepsziekten

Stigas heeft samen met het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) het afgelopen jaar onderzoek uitgevoerd naar het signaleren en voorkomen van beroepsziekten in de agrarische en groene sector. In het kader van dit onderzoek zijn 50 werkplekonderzoeken verricht naar aanleiding van klachten aan schouder, elleboog en pols. Deze klachten vormen drie veelvoorkomende beroepsziekten in de agrarische en groene sectoren. Het doel van de onderzoeken is het verbeteren van de kwaliteit van de beroepsgerichte signalering en preventieve advisering bij deze beroepsziekten.

Inzicht in oorzaak klachten

Deze klachten bepalen ruim 30% van het totale ziekteverzuim in het eerste ziektejaar. De belangrijkste arbeidsrisico’s zijn langdurig repeterend werk, werken boven schouderhoogte, krachtsuitoefening en weinig taakroulatie gecombineerd met een belastende werkhouding. Uit de werkplekonderzoeken komt verder naar voren dat de leeftijd van de werknemer, te lang doorwerken met klachten zonder aan de bel te trekken en te weinig mogelijkheden om de werkplek aan te passen vooral de duur van het ziekteverzuim bepalen.

In de loop van het project zijn 26 schouderklachten gemeld, 17 maal een tenniselleboog en 7 keer polsklachten met zenuwuitval. Het duurde lang voordat werknemers voldoende hersteld waren en weer volledig aan het werk gingen. Bij schouderklachten duurde dit gemiddeld 30 weken, bij polsklachten was de hersteltijd gemiddeld 16 weken en bij een tenniselleboog gemiddeld 27 weken.

Beroepsziekten opgenomen in vernieuwde RIE

Het onderzoek heeft aanbevelingen opgeleverd om het proces van signaleren en de preventie van beroepsziekten te verbeteren. Op grond hiervan zijn ondermeer in de vernieuwde RIE van Stigas per deelsector de gemelde beroepsziekten van de afgelopen drie jaar opgenomen. Hierdoor is elke werkgever, groot of klein, op de hoogte van het mogelijke risico in zijn specifieke sector en kan hij zo nodig tijdig preventieve maatregelen nemen.

Werkplekonderzoek koppelt preventie aan verzuim

Als de bedrijfsarts en re-integratieadviseur het vermoeden hebben dat klachten veroorzaakt worden door het werk, of niet overgaan door het werk, neemt deze contact op met de preventieadviseur. De preventieadviseur maakt vervolgens een afspraak met de werkgever en de werknemer voor de uitvoering van het werkplekonderzoek.

De preventieadviseur die het werkplekonderzoek uitvoert, maakt foto’s en soms korte filmpjes om de werkplek en de werkwijze inzichtelijk te maken voor de bedrijfsarts en re-integratieadviseur, de werkgever en de werknemer.

Met het werkplekonderzoek wordt nagegaan wat de oorzaak van de klachten in het werk is en hoe die oorzaak kan worden weggenomen. Op deze manier wordt direct preventie aan verzuim gekoppeld. De aanpak van beroepsziekten staat of valt met de samenwerking tussen preventieadviseur, re-integratieadviseur en bedrijfsarts. Alleen op deze manier is het mogelijk knelpunten op de werkvloer op te lossen en toekomstige gezondheidsklachten te voorkomen. Overigens zit het werkplekonderzoek standaard in het verzuimpakket van bij Sazas verzekerde werkgevers.