Geactualiseerd: mei 2025
Trekkers worden in combinatie met werktuigen ingezet voor verschillende werkzaamheden. Risico's ontstaan bij: het aankoppelen van werktuigen, deelname aan het verkeer en werken op taluds en hellingen. Bij een ongeval loopt de bestuurder van een trekker het risico om uit de trekker geslingerd te worden, en (zwaar) letsel op te lopen, bijvoorbeeld door onder de trekker te belanden. Risico’s met betrekking tot Zittend werk in de cabine en Machineveiligheid algemeen zijn in een aparte arbocatalogustekst opgenomen.
Maatregelen
Zorg voor een veilige trekker.
Zorg voor veilig gebruik van de trekker.
Zorg dat de kennis en ervaring van de medewerkers is afgestemd op de gevaren van de combinatie trekker - machine - omgeving. Laat alleen bestuurders met een T-rijbewijs een trekker besturen.
Verstrek de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
Toelichting op de maatregelen
1. Veilige trekker
Technische eisen:
- Zorg dat de trekker is voorzien van een veiligheidscabine, -frame of -beugel. Alle drie de maatregelen voldoen, maar de cabine is de maatregel met het hoogste veiligheidsniveau.
- Voorkom dat de bestuurder / bijrijder bij incidenten onder de trekker terechtkomt; voorzie de zitplaatsen van veiligheidsgordels.
- Monteer eventueel extra spiegels of gebruik een camera met monitor. Kijk op Rijden met trekkers en grote machines.
- Zorg dat de trekker veilig kan deelnemen aan het verkeer, zodat de trekker gezien wordt en de chauffeur overige verkeersdeelnemers ziet.
Meer info: Trekkerbumpers maken een trekker veiliger. - Overweeg bij aanschaf een trekker met luchtdrukremmen vanwege de toegenomen snelheid en massa.
- Overweeg bij aanschaf kippers en dumpers voor een kogeltrekhaak om overmatige schokken te voorkomen.
- Zorg dat de trekker is voorzien van een laag aankoppelpunt voor getrokken werktuigen om het achteroverslaan te voorkomen.
- Gebruik een aankoppelsysteem waarbij personen zich niet tussen de trekker en het werktuig hoeven te bevinden
- Zorg voor goede verlichting.
- Neem maatregelen, bij materiaal dat in de fronthef hangt en meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteekt. Maatregelen kunnen zijn:
- gebruik van (schuine) spiegels voor zicht naar opzij (zie afbeelding hieronder)
- camera’s (zie onder).
- inzet van een tweede persoon als seingever (zie onder).
Onderhoud en keuren:
- Onderhoud de trekker inclusief aftaktussenas volgens de gebruikershandleiding. Check ook de stoel regelmatig en gebruik daarbij de checklist Onderhoud chauffeursstoel. Leg vast wanneer het onderhoud is uitgevoerd.
- Laat de trekker periodiek keuren door een deskundige. De APK-plicht geldt voor land- en bosbouwtrekkers op wielen met een maximale constructiesnelheid van meer dan 40 km/uur. Meer informatie.
- Zorg dat er in de centrale draadspindel van de topstang (bovenste verbindingsstang) aan beide zijden minimaal 5 cm. draad aanwezig blijft voor veilig gebruik.
- Voorzie hydraulische topstangen van een slangbreukbeveiliging of van afsluitkraan die bij transport dichtgezet wordt.
- Als extra spiegels of gebruik camera niet mogelijk zijn moet er een tweede persoon aanwijzingen geven (seingever).
2. Veilig gebruik van de trekker
- Maak afspraken over het gebruik van de veiligheidsgordels. Spreek met de medewerkers af dat ze de veiligheidsgordel altijd dragen bij het rijden op de openbare weg en in andere risicovolle situaties met kantelgevaar. Bij een ongeval kan men door de klap uit of van de trekker geslingerd worden. Zie filmpje.
- Zorg voor schone en juist afgestelde spiegels.
- Bepaal bij het werken op taluds of hellingen vooraf welke techniek het beste ingezet kan worden. Kijk op Werken op hellingen en taluds.
- Laat medewerkers overdag verlichting (dimlicht) voeren voor een betere zichtbaarheid.
- Gebruik bij het lostrekken van een vastzittende trekker of machine een trekstang of als dat niet mogelijk is; gebruik de juiste ketting of (nylon)kabel. Ga vooraf na wat de maximale belasting is en zorg voor voldoende veiligheidsmarge. Hoe onzuiverder de belasting te berekenen is, des te grotere veiligheidsmarge aangehouden moet worden voor de te gebruiken ketting of kabel.
Afbeelding: Nylon touw op vastzittend materieel los te trekken
3. Opleiding en instructie
- Het is verplicht om een T-rijbewijs te hebben bij het besturen van een trekker op de openbare weg. Meer informatie.
- 16- en 17-jarigen mogen een trekker besturen, als zij in het bezit zijn van een trekkerrijbewijs én er toezicht gehouden wordt (bijvoorbeeld via werkplekinstructies). Meer info.
- Instrueer medewerkers aantoonbaar over de gevaren en de te nemen maatregelen. Geef instructie over:
- De wijze van aankoppelen machines
- Het afschermen van scherpe delen en controle voor vertrek.
- Het zorgen voor een goed zicht, door het op de juiste wijze instellen van spiegels en camera’s, maar ook door ervoor te zorgen dat materieel het zicht niet ontneemt. Daarnaast het omgaan met de dode hoek.
- Het instellen van de trekkerstoel, het gordelgebruik en voorkomen van klachten bij het in/uitstappen en het niet uit een (langzaam) rijdende rekker stappen.
- Het telefoongebruik.
- Het beheerst rijden op de weg en omgaan met kwetsbare weggebruikers.
- Het niet uit en in een rijdende trekker te stappen.
- Het voorkomen van blootstelling aan dieselmotoremissies. Zie toolbox
- Het voorkomen van kantelen van de trekker
- Bespreek (bijna) ongevallen die zijn voorgekomen bij het werken met trekkers
- De werkwijze bij het optreden van storingen
- Veiligheidsaanbevelingen uit de gebruikershandleiding van de trekker.
- Veilig banden oppompen. Gebruik een slang met voldoende lengte (minimaal 3 meter) voor het bijpompen van banden.
- Oppompen en bijpompen van banden.
- Gebruik een gevaarlijke machine niet meer. Meld het aan de leidinggevende.
- Het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen die de reactiesnelheid kunnen beïnvloeden. Zie ook arbocatalogustekst.
- Wat te doen bij slechte weersomstandigheden of bodemgesteldheid: Los trekken van een vastzittende trekker of machine.
- Maak gebruik van de toolbox Veilig (land)bouwverkeer "Ik rij veiliger!"
4. Persoonlijke beschermingsmiddelen
- Gebruik de veiligheidsgordel bij het rijden op de openbare weg en bij het werken op hellingen en taluds.
- Draag veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen voor werkzaamheden rondom de trekker. De schoenen moeten voldoen aan de norm NEN-EN-ISO 20345 en minimaal van klasse S3 zijn (met stalen neus). De laarzen moeten ook aan de norm NEN-EN-ISO 20345 voldoen en minimaal klasse S5 zijn.
- Gebruik werkhandschoenen bij aan- en afkoppelen.
- Gehoorbescherming:
- De werkgever moet bij een dagdosis van meer dan 80dB(a) gehoorbescherming aanbieden.
- De werknemer is verplicht om gehoorbescherming te dragen bij een dagdosis van 85dB(a).
Aandachtspunten voor medewerkers
Meer informatie
- Cumela toolbox video Je trekkerstoel instellen
- Cumela toolbox video veilig manoeuvreren
- Cumela toolbox video Fietsers en landbouwverkeer
- Bijlage Oppompen en bijpompen van banden.
- E-learning Veilig landbouwverkeer
- Lostrekken van een vastzittende trekker of machine
- Instructie vierwielige trekker
- Filmpje: Wat er gebeurt als je de veiligheidsgordel niet draagt.
- Toolbox: Veilig afstappen van machines
Heb je vragen of nog extra hulp nodig?
Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!
Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.
