Bestrijden aardappelopslag met handapparatuur gevuld met glyfosaat

De veiligheidsinstructie vakbekwaamheid gewasbescherming wordt gegeven door een houder van een:

  • bewijs van vakbekwaamheid Uitvoeren,
  • bewijs van vakbekwaamheid Bedrijfsvoeren,

De instructeur of de werkgever van de persoon die de instructie heeft gevolgd, ondertekent en dagtekent de presentielijst of het deelnameformulier, geeft een kopie aan betrokkene, en bewaart het origineel gedurende vijf jaren nadat de instructie is gegeven in verband met het toezicht. De kopie van de instructie geldt als bewijs dat de werknemer de instructie heeft gevolgd. De werknemer moet de kopie bij zich hebben of inde buurt hebben als hij bezig is met het bestrijden van aardappelopslag.

Onderaan deze instructie zijn twee documenten te vinden.
Een deelnameformulier dat geschikt is om te laten tekenen als je de instructie geeft aan individuele werknemers en een presentielijst voor als de instructie wordt gegeven aan groepen werknemers.

Toepassingsgebied

Deze erkende veiligheidsinstructie is alleen van toepassing op het met handapparatuur (selector of onkruidstrijker) bestrijden van aardappelopslag met behulp van gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat.
Deze veiligheidsinstructie is vijf jaar geldig.

Voor alle overige werkzaamheden zoals het vullen van de handapparatuur en het schoonmaken van de apparatuur is minimaal een Vakbekwaamheidsbewijs Uitvoeren of bedrijfsvoering Gewasbescherming nodig.

Werking apparatuur

De houder van de spuitlicentie geeft ook uitleg over de werking van de selector of onkruidstrijker. Tijdens dit deel komt aan de orde hoe de apparatuur werkt en welke handelingen wel en niet (zoals vullen, schoonmaken en handmatig uitstrooien)  door de persoon die de instructie volgt gedaan mag worden.

Gevaren voor mens, dier en milieu

  • Glyfosaat (de werkzame stof) kan ernstige oogbeschadiging veroorzaken en kan irriterend zijn voor de huid.
  • Het middel is giftig voor waterorganismen en is ook op lange termijn schadelijk voor het watermilieu.
  • Maar er zijn geen bijzondere gevaren voor mensen en milieu bekend als er gewerkt wordt volgens de gebruiksaanwijzingen op het etiket van het middel.

Symptomen van vergiftiging

  • Irritatie van de ogen en huid. Contact met de ogen kan leiden tot zwelling rond de ogen.
  • Contact met de huid kan leiden tot zwelling en irritatie van de huid.

Algemene maatregelen

  • Voorkom contact met het middel.
  • Werk volgens de afgesproken werkwijze.
  • Gebruik goed werkende apparatuur, meld storingen direct bij de leidinggevende.
  • Zorg dat je de alarmnummers kent en hebt voorgeprogrammeerd in je telefoon.
  • Voorkom beschadiging / morsen / lekken tijdens transport.
  • Niet roken, eten of drinken tijdens het werk.
  • Was de handen voor het eten, etc. en voor en na toiletbezoek
  • Draag indien nodig de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Neem een kopie van de instructie vakbekwaamheid gewasbescherming.

EHBO maatregelen

  • Algemene maatregelen
    • Direct een bedrijfshulpverlener inschakelen
    • Buiten de gevaarlijke zone brengen.
    • Ligging en vervoer in stabiele zijligging.
    • Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken en veilig verwijderen.
    • Zorg dat je een etiket of veiligheidsinformatieblad bij de hand hebt als er een arts geraadpleegd moet worden.
  • Inademing:
    • Onmiddellijk een arts raadplegen.
    • In de frisse lucht brengen.
    • Het slachtoffer warm en rustig houden.
  • Contact met de huid:
    • Met veel water wassen.
    • Verontreinigde kleding, horloges, sierraden uit en afdoen en wassen.
    • Indien symptomen aanhouden, een arts raadplegen.
  • Contact met de ogen:
    • Bij aanraking met de ogen onmiddellijk met veel water afspoelen (minimaal 15 minuten) en deskundig medisch advies inwinnen.
    • Contactlenzen verwijderen
    • Onmiddellijk een arts raadplegen
  • Inslikken:
    • GEEN braken opwekken.
    • De mond spoelen.
    • Onmiddellijk een arts raadplegen

Noodmaatregelen bij lekkages, verspilling of andere onvoorziene gebeurtenissen

  • Persoonlijke (voorzorgs)maatregelen
    • Vermijd contact met het product.
    • In overleg met de leidinggevende bepalen of het middel opgeruimd moet worden.
    • Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
  • Milieu(voorzorgs)maatregelen
    • Niet in oppervlaktewater, riolering en grondwater laten terecht komen

Hulpmiddelen