Werken in de werkplaats
Werken in de werkplaats
Goedgekeurd door Sociale Partners
Getoetst door Nederlandse Arbeidsinspectie

In de werkplaats vinden veel verschillende werkzaamheden plaats. Ken de risico’s van de apparaten waarmee u werkt, voor uzelf en uw collega’s, en volg de veiligheidsvoorschriften op.

 

werkplaats

 

orde netheid

 

Wat is de gewenste situatie?

Het werken in de werkplaats gebeurt veilig en gezond.  

Maatregelen

Werk alleen met veilige en periodiek gekeurde arbeidsmiddelen. 

Voorkom blootstelling aan gassen, dampen en straling.

Voorkom blootstelling aan schadelijk geluid.

Zorg voor voldoende verlichting.

Zorg voor een opgeruimde werkplek.

Zorg voor hulpmiddelen om de lichamelijke belasting te beperken.

Toelichting op de maatregelen

ORGANISATIE EN VOORBEREIDING

  • Zorg voor een professioneel en efficiënt ingerichte werk-/opslagplaats. Een opgeruimde werkplaats vermindert de kans op struikelen en uitglijden.
  • Organiseer de werkzaamheden zo dat medewerkers geen hinder van elkaar hebben.
  • Neem maatregelen bij werkzaamheden op hoogte. (Zie de diverse onderdelen in deze arbocatalogus over werken op hoogte.) werken op hoogte tijdens onderhoud Veilig werken op hoogte tijdens onderhoud
  • Zorg dat er veilig kan worden gelast, zonder blootstelling aan lasrook, straling en schadelijk geluid.
  • Gebruik een veilige methode bij het wisselen en oppompen van banden.
  • Zorg voor een goed gevulde verbandtrommel (minimaal basis bedrijfsverbanddoos, type B) en brandblussers. Zie ook bedrijfshulpverlening.
  • Houd vluchtwegen vrij.

GEREEDSCHAP, MACHINES EN APPARATEN

  • Zorg voor periodiek onderhoud en gekeurd materiaal met een keuringssticker.
  • Laat gereedschappen, machines en apparaten minimaal jaarlijks inspecteren.
  • Houd bij het gebruik van de kolomboor, draaibank, haakse slijpmachine, afkortzaag, compressor, blaaspistool, smeerkuil en hefbrug aan de aanwijzingen uit bijlage: Aanwijzingen veilig werken met veelgebruikte apparaten en machines.
  • Beoordeel of aanpassingen aan machines invloed kunnen hebben op de veiligheid.
  • Zorg er voor dat alle medewerkers zichzelf kunnen beschermen tegen schadelijke geluid, dat vrijkomt bij het gebruik van machines.

INRICHTING ALGEMEEN

  • Zet magazijnstellingen vast, vermeld voor iedereen zichtbaar de maximale draagkracht en neem de stellingen op in het onderhoudsschema.
  • Plaats vrijstaande aanrijdbeveiligingen op de hoeken van de magazijnstellingen waarlangs voertuigen / heftrucks rijden. aanrijdbeveiliging
  • Zorg dat de liggers zijn voorzien van borgpennen.
       
    Met borgpen        Zonder borgpen.
  • Maak het werk waar mogelijk lichter en voorkom zo overbelasting.
  • Zorg voor een goede werkhoogte door bijvoorbeeld van een heftafel (schaartafel) te gebruiken. schaartafel
  • Maak gebruik van hulpmiddelen (takel, loopkat, heftruck) om zwaar tillen te voorkomen.
  • Verlicht de werkplaats goed.
  • - Zorg voor een voldoende verlichtingsniveau. (Denk er aan dat het verlichtingsniveau onvoldoende kan zijn als de verlichting te hoog is opgehangen).
  • - Zorg dat lampen niet flikkeren.
  • - Zorg dat het licht valt op de plaats waar wordt gewerkt.
  • - Zorg voor schone verlichtingsarmaturen en reinig en vervang lampen tijdig.
  • - Zorg voor mobiele verlichting, zodat op de juiste plaats kan worden bijgelicht.
  • - Zorg voor lichte wanden. Deze kaatsen het licht beter in de ruimte terug.

GEVAARLIJKE STOFFEN

  • Voorkom dat medewerkers onnodig worden blootgesteld aan uitlaatgassen.
  • Sla gasflessen (vol en leeg), met een gezamenlijke waterinhoud van meer dan 115 liter
    apart op. Bij voorkeur buiten het gebouw in een speciaal daarvoor geschikte ruimte. Let op: opslagkasten moeten voldoen aan de richtlijn PGS 15 en norm EN-14470-2.
  • De werkvoorraad gasflessen hoeft niet apart te worden opgeslagen.
  • Stal zuurstof- en brandstofflessen apart op.
  • Zet gasflessen vast. Zo kunnen ze niet omvallen.
  • Zorg voor goed afsluitbare ventielen.
  • Stel binnen een afstand van 10 m van de ontvettingsplaats, waar brandbare ontvettingsmiddelen gebruikt worden, een verbod op vuur, open vlam en roken in . Geef dit aan met het hiervoor bestemde veiligheidsbord. Voorzie de ontvettingsbak van een afsluitbare kap, zodat de dampen niet vrijkomen.
  • Zorg dat poetsdoeken kunnen worden weggegooid  in een gesloten afvalbak. Zo komen de dampen uit de doeken niet in de ruimte.

Veilig werken met accu's

  • Stel acculaders op in een goed door de buitenlucht geventileerde ruimte. Alleen bij een beperkt aantal acculaders (richtlijn: maximaal 4) en een vermogen van minder dan 2 kW, kan het laden in gewone werkruimtes of magazijnruimtes plaats vinden.
  • Las en slijp niet in de nabijheid van een accu onder lading.
  • Verbied open vuur binnen 2 meter van de opstelplaats van de accu's tijdens het laden.
    Hang bijbehorende pictogram op. picto lassen
  • Zorg voor brandblusapparatuur in de directe nabijheid.
  • Wordt er gewerkt met corrosief zwavelzuur? Zorg dan voor persoonlijke beschermingsmiddelen: voorschoot, gelaatsbescherming of veiligheidsbril en rubber handschoenen. Zorg ook voor een oogdouche.
  • Kijk voor informatie voor laden van grote of meerder accu's in de arbocatalogus glastuinbouw.

OPLEIDING EN INSTRUCTIE

  • Zorg dat degene die onderhoudswerkzaamheden uitvoert daarvoor is opgeleid of geïnstrueerd.
  • Raadpleeg de gebruikshandleidingen voor het uitvoeren van onderhoud.
  • Geef voorlichting over lichamelijke belasting en een juiste manier van tillen.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

  • Plak een sticker waarop staat dat het dragen van veiligheidsschoenen, een veiligheidsbril en gehoorbescherming verplicht is bij het werken met de metaalafkortzaag, draaibank, kolomboor en vaste slijpmachine. En dat het dragen van handschoenen bij gevaarlijke machines is verboden.
      geen hansch   veil bril   geh besch  
  • Verplicht in de werkplaats het dragen van veiligheidsschoenen (klasse S2 of S3).
  • Zorg dat uw medewerkers bij werkzaamheden met schadelijk geluid ( > 80 dB(A) gehoorbescherming dragen. Dat geldt voor alle personen die aanwezig zijn, dus niet alleen voor degene die de lawaaiige werkzaamheden uitvoert.
  • Verplicht het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen en een veiligheidsbril bij verspanende werkzaamheden en werkzaamheden met het blaaspistool.
  • Zorg voor een lasschort of een goed sluitende brandvertragende overall, lasscherm en eventueel (afhankelijk van het lasproces en de ventilatie) een verbeterde lashelm als er wordt gelast.

Bijlage:
Aanwijzingen veilig werken met veelgebruikte apparaten en machines

De kolomboor

  • Zorg dat de kolomboor is voorzien van een nulspanningbeveiliging, een beschermkap met eindschakelaar/een afslagbeveiliging voor de boor en een noodstop. Een nulspanningbeveiliging is een schakelaar die automatisch uitslaat als de spanning wegvalt. Komt de spanning weer terug, dan start de machine niet vanzelf. De eindschakelaar zet de machine stil als de beschermkap wordt geopend. kolomboor   Kolomboor met kap
  • Zorg dat de kolomboor stabiel verankerd staat op de werkvloer of werkbank.
  • Controleer de aanwezigheid van de afschermkap op de aandrijving.
  • Inspecteer de kolomboor jaarlijks (zie bijlage inspectie formulier).
  • Maak de beschermkap regelmatig schoon.
  • Plak een sticker "dragen van handschoenen verboden". geen hansch

De draaibank 

  • Voorzie de draaibank van een nulspanningschakelaar, beschermkap met eindschakelaar/afslagbeveiliging en een noodstop. Een nulspanningbeveiliging is een schakelaar die automatisch uitslaat als de spanning wegvalt. Komt de spanning weer terug, dan start de machine niet vanzelf. De eindschakelaar zet de machine stil als de beschermkap wordt geopend. Draaibank
  • Plak een sticker "dragen van handschoenen verboden". geen hansch

De haakse slijpmachine

  • Verwijder brandbare stoffen en accu’s uit de directe omgeving voordat het slijpen begint.
  • Zorg voor een beschermkap die de slijpschijf over minimaal 180º beschermt. Slijp niet zonder beschermkap.
  • Zet het te slijpen werkstuk goed vast.
  • Oefen niet te veel druk uit op de schijf, dit om klemmen te voorkomen.
  • Gebruik een doorslijpschijf niet als afbraamschijf.
  • Zorg bij het verwisselen van de slijpschijf voor een juiste montage.
  • Werk niet met een vastzetknop. Dit is alleen toegestaan als de schijf kleiner is dan 127 mm.

De metaal afkortzaag

  • Zorg voor een beveiliging die de zaag uitschakelt bij het loslaten van de hendel (zogeheten dodemansknop).
  • Voorzie de zaag van een beschermkap om te voorkomen dat men in het zaagblad kan grijpen als de zaag in de bovenste stand staat. Deze kap klapt automatisch weg bij het dalen van de zaag.
  • Zorg voor opschriften met de aanduiding van de maximale zaagdiameter, toerental, IP klasse, bewegings-/draairichting.
  • Controleer of de nulspanningsschakelaar werkt. Dit kan door de stekker er uit te halen wanneer de zaag draait en wanneer de stekker er weer in gestoken wordt mag de zaag niet gelijk weer gaan draaien.
  • Verwijder brandbare stoffen en accu’s uit de directe omgeving voordat de zaagwerkzaamheden beginnen.

Het blaaspistool

  • Als stofzuigen mogelijk is heeft dit de voorkeur boven schoonblazen.
    Bij blazen wordt het stof in de ruimte geblazen en staat men bloot aan (fijn)stof.
  • Draag tijdens werkzaamheden met het blaaspistool een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
  • Draag bij stoffige werkzaamheden een FFP2 of FFP3 stofmasker  (afhankelijk van de stofsoort).
  • Zorg dat medewerkers zichzelf nooit afblazen met een blaaspistool.

De compressor

  • Kies bij de aanschaf van een nieuwe compressor voor een type met een geringe geluidemissie.
  • Plaats de compressor buiten de werkruimte zodat uw medewerkers niet bloot staat aan het
    schadelijk geluid wanneer de compressor aanslaat. Wanneer dit niet mogelijk is kan de compressor omkast worden.
  • Zorg dat de aandrijfriem goed is afgeschermd.
  • Tap de compressor tijdig af als dat niet automatisch gebeurt.

De hefbrug

  • Geef medewerkers voorlichting over een juist en veilig gebruik van de hefbrug.
    Gebruik hiervoor de gebruikershandleiding.
  • Onderhoud de hefbrug regelmatig. Doe dit volgens de handleiding van de fabrikant.
  • Stel een hefbrug buiten gebruik als de brug niet goed of niet veilig functioneert.
  • Laat de hefbrug jaarlijks keuren door een onafhankelijk deskundige.
    Dat kan de leverancier zijn, maar ook een andere keuringsinstantie.
  • Zorg voor een goed werkende noodstopvoorziening:
    een noodstopvoorziening die bereikbaar is vanaf de bedieningslocatie en in één handeling de beweging van de hefbrug stillegt. Een hoofdschakelaar voldoet NIET als noodstopvoorziening.
  • Zorg dat voeten niet bekneld kunnen raken onder de hefbrug. Zorg voor een ruimte voor de voet over een diepte van 15 cm met een hoogte van 5cm (hefbruggen t/m 1997 4 cm) en op een diepte van 5 cm een hoogte van 6 cm en vooraan bij het scheenbeen een hoogte van 12 cm. HB3

De smeerkuil

 

 

  • Neem maatregelen zodat gassen en dampen (denk aan lassen en ontvetten) zich niet kunnen ophopen in de smeerkuil. Zorg voor een goede en doelmatige afzuiging onderin de kuil. Dit kan met mechanische afzuiginrichting, bestaande uit langs de beide lange zijden van de smeerkuil, nabij de vloer aangebrachte afzuigkanalen waarin (gelijkmatig over de lengte van het kanaal verdeeld) afzuigopeningen aanwezig zijn. Per minuut moet ten minste 1 m3 per m2 kuiloppervlak worden afgezogen. De dampen moeten bovendaks worden afgevoerd, zodat buiten de inrichting geen hinder van de vrijkomende gassen wordt ondervonden. De ventilatormotor moet buiten de luchtstroom zijn geplaatst, of bestaan uit een explosievrije constructie.
  • Zorg voor een automatisch werkende schakelinstallatie die ervoor zorgt dat de elektrische installatie in de werkkuil (verlichting, schakelaars, wandcontactdozen) pas functioneel is, nadat de afzuiginstallatie in de werkkuil minstens 30 seconden in werking is.
  • Maak, naast de normale toegang, een vluchtweg. Dit kan door het plaatsen van een trap.
  • Leg de smeerkuil dicht als deze niet gebruikt wordt.
  • Markeer het deel van de smeerkuil dat openligt, wanneer er een voertuig op staat, met piketpaaltjes en lint zodat anderen geattendeerd worden op de gevarenzone.
       

Heb je vragen of nog extra hulp nodig?

Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!

Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.

Vrouw met mobiel