Bedrijfshulpverlening (BHV) en Veldhulpverlening (VHV)
Bedrijfshulpverlening (BHV) en Veldhulpverlening (VHV)
bos-en-natuur-bedrijfshulpverlening

Ondanks alle veiligheidsmaatregelen kan er altijd iets misgaan. Er moet eerste hulp worden verleend of een beginnende brand worden geblust. In ernstige gevallen kan het voorkomen dat een bedrijfsgebouw, werkschuur of bezoekerscentrum moet worden ontruimd. Of dat mensen uit het bos en de natuur moeten worden gered.
Iedere organisatie heeft een eigen BHV beleid. De risico-inventarisatie en -evaluatie bepaalt het BHV-beleid van een organisatie met daarin: de bhv-coördinator, de bhv-functies, de middelen en de benodigde opleidingen.

Hulpverlening buiten gebouwen en bewoond gebied noemen we veldhulpverlening (VHV). Hoe deze hulpverlening is georganiseerd, staat in het calamiteitenplan. De noodzakelijke kennis voor hulpverlening in afgelegen gebieden kan worden opgedaan in een cursus Veldhulpverlening (VHV).

Knelpunten

In geval van een ongeval, iemand die onwel wordt of een beginnende brand kunnen niet altijd snel de juiste maatregelen worden genomen om (ergere) schade te voorkomen.

Er vinden risicovolle werkzaamheden plaats onder geïsoleerde omstandigheden in bos- en natuurgebieden. Hulpverlening in afgelegen gebieden is niet altijd geregeld.

Deskundige externe hulpdiensten kunnen de werkplek niet altijd goed bereiken.

De brancheafspraken

Zorg dat de hulpverlening is afgestemd op het risico. En zorg dat de juiste hulp tijdig kan worden verleend. Zorg voor voldoende medewerkers met de juiste opleiding en training.

Maak duidelijke afspraken over de werkzaamheden van alleenwerkers: Onder welke condities mogen de werkzaamheden alleen worden uitgevoerd? Hoe wordt de communicatie met anderen gegarandeerd?

Zorg dat er nooit alleen wordt gewerkt bij risicovolle werkzaamheden en in situaties die vooraf als risicovol kunnen worden ingeschat.

Bij zaagwerkzaamheden in bomen: zorg voor een op maat gemaakte opleiding veldhulpverlening.

Zorg voor een verbanddoos en een brandblusser in de buurt van de werkplek.

Waarborg een goede communicatie en afstemming met parate externe hulpverleningsorganisaties.

Toelichting op de brancheafspraken

Algemeen

  • Inventariseer de risico’s: aantal werknemers, aantal alleenwerkers, risico’s van het werk, gebouwen en bezoekerscentra. Ga op basis hiervan na hoeveel hulpverlening nodig is en welke kennis bedrijfs- en/of /veldhulpverleners in huis moeten hebben.
  • Leid voldoende medewerkers op als bedrijfs- en/of veldhulpverlener. Meestal is de norm: op een werklocatie per tien medewerkers is één medewerker aanwezig met een opleiding VHV-1.
  • Zorg voor een verbanddoos met middelen, afgestemd op de risico’s. Plaats deze in de gebouwen en bijvoorbeeld in de (werk)voertuigen.
  • Zorg voor communicatiemiddelen.
  • Zorg dat er voldoende vluchtroutes zijn in geval van calamiteiten.
  • Zorg dat er regelmatig oefeningen worden gehouden, ook om de interne afspraken en procedures te checken.
  • Maak afspraken met opdrachtgevers over de bedrijfs-en/of/ veldhulpverlening. Om snel hulp te kunnen verlenen kan het nodig zijn om de   opdrachtgever in te schakelen.

Taak Risico Analyse

  • Voor risicovolle werkzaamheden die niet beschreven staan, moet je zelf een Taak Risico Analyse (TRA) maken. Deze analyse levert een risicoscore op voor deze werkzaamheden.
  • Wanneer is een Taak Risico Analyse nodig? Bij werkzaamheden waarvoor geen procedures zijn. Denk aan: werkzaamheden waarbij er kans is om in aanraking te komen met criminaliteit; het verzorgen van excursies, bijvoorbeeld op het wad; werkzaamheden op locaties met veel publiek; voor aanvang van nieuwe projecten; bij de aanschaf van nieuwe machines; bij het opstellen en evalueren van specifieke werkprocedures waarin de arbocatalogus niet voorziet; wanneer dit voorgeschreven is in een vergunning.

Bedrijfsgebouwen

  • Maak een ontruimingsplan voor bedrijfsgebouwen waar meerdere mensen werkzaam zijn.

Werken op locatie in het veld

  • Zorg dat hulpverleners de locatie kunnen vinden en bereiken. Maak dus duidelijke afspraken over de bereikbaarheid en de positie. Zorg voor een duidelijke overzichtskaart op de thuisbasis en op de werkplek.

Calamiteitenplan 

  • Op basis van het plan van aanpak van de RIE wordt er een calamiteitenplan voor de hulpverlening per locatie gemaakt. 
  • Dit is dus maatwerk. Bij elke beheereenheid, vrijwilligersteam en bij elke veldactiviteit moeten een calamiteitenplan en nood- of alarmkaart aanwezig zijn. Deze moeten direct voorhanden zijn voor het geval de Inspectie SZW, brandweer, milieudienst of andere hulpdienst ernaar vraagt.

Alarm- of noodkaarten

  • Op de werklocaties is er een alarm- of noodkaart aanwezig. Hierop staat minimaal: hoe hulpdiensten naar de toegang van een werklocatie in geïsoleerde gebied kunnen komen. Dit is bijvoorbeeld de postcode van een bospad of een aanlegpunt voor een boot bij vaarland; gegevens van de dichtstbijzijnde huisarts of EHBO-post; het landelijke servicenummer van de politie bij geen spoed: 0900-8844; 112- noodnummer. 
  • Stop de alarmkaarten en het calamiteitenplan in de EHBO-koffer. Zo heb je ze altijd paraat.

Alleenwerk

  • Voorkom zo veel mogelijk alleenwerk of geïsoleerd werk.
  • Zorg in samenspraak met medewerkers voor duidelijke regels in welke situaties er met meerdere mensen moet worden  gewerkt en zie erop toe dat iedereen dit weet.
  • Maak bij alleenwerk afspraken over:
    • opleiding en instructie bedrijfshulpverlening en veldhulpverlening 
    • beschikbaarheid en onderhoud van bedrijfs- en/of veldhulpverleningsmiddelen communicatiemiddelen en te gebruiken nummers
    • toezicht door en contact met het bedrijf

Aantal hulpverleners bij werkdagen en evenementen 

  • Natuurbeschermingsorganisaties die terreinen beheren, organiseren regelmatig werkdagen voor speciale groepen zoals scholen. Ook zijn er bedrijfswerkdagen, Natuurwerkdag, NLDoet dag, enz. Daarnaast organiseren natuurbeschermingsorganisaties speciale evenementen voor beheerwerkzaamheden. Het is raadzaam om een RIE voor evenementen op te stellen. Afhankelijk van de risico’s moeten er voldoende en bij de situatie passende opgeleide hulpverleners ingeschakeld worden.
  • Groepen veldwerkers: De groepsgrootte, ervaring en groepssamenstelling bij beheerwerkzaamheden kan variëren. Soms wordt er gewerkt met bijzondere doelgroepen, zoals jeugdigen, ouderen en anderstaligen. De groepskenmerken hebben invloed op de organisatie van de veldhulpverlening.

Omgeving

  • Risico’s verschillen bij de omstandigheden rond locaties. Dit kan invloed hebben op de bereikbaarheid van hulpdiensten. Ook kan het invloed hebben op de risicoscore van de werkzaamheden.
  • Omgevingsfactoren:
    • Bodemgesteldheid (drassig terrein, zandgrond, waterkant)
    • Obstakels (dood liggend hout, takkenrillen, afzettingen, onregelmatig terrein)
    • (On)verharde wegen (werken langs de weg, onverharde wegen, fietspaden, wandelpaden)
    • Hellingen en taluds
    • Beplanting (giftige en stekelige planten, hoge beplanting zoals rietlanden)
    • Dieren (teken, wespen, eikenprocessierups, bijen, grote grazers)
    • Zoönosen (infectieziekten die van dier op mensen kunnen overgaan, zoals de ziekte van Lyme, Q-koorts en toxoplasmose)
    • Aanwezigheid van publiek (wandelaars, sporters, loslopende honden)
    • Weersomstandigheden (koud, warm, zonkracht, nat, wind, onweer, sneeuw)

Bereikbaarheid 

  • Snelle, accurate en betrouwbare locatiebepaling is belangrijk voor hulpdiensten om in nood snel en efficiënt te kunnen helpen. 
  • Locatiebepaling: Als je112 belt, weet de meldkamer automatisch je locatie. Je moet dan wel bellen met een telefoon met Advanced Mobile Location (AML). Dit werkt op Androidtelefoons (met minimaal versie 4.0) en op iPhones (met minimaal IOS versie 13). Als AML niet op de telefoon zit, moeten organisaties maatregelen nemen om hun positie te kunnen doorgeven. 
  • De meldkamer zal voor het sturen van hulpdiensten de beller ook vragen waar hij zich bevindt. Locaties zonder adres of coördinaten zijn lastiger aan te geven. Zorg daarom dat de juiste coördinaten van de werklocatie bekend zijn. 
  • Onbereikbaar voor hulpdienst: Zo mogelijk kan het slachtoffer vervoerd worden naar de openbare weg of de spoedeisende hulp. Is het slachtoffer niet te vervoeren en kunnen de hulpdiensten niet met hun vervoermiddel de locatie bereiken, bijvoorbeeld bij vaarland? Breng dan het ambulancepersoneel naar de geïsoleerde locatie. Bekijk ook of een traumahelikopter in de buurt kan landen.

Middelen

  • Zorg voor een verbanddoos bedrijfshulpverlening op locatie. Zorg dat deze voldoet aan de richtlijnen van het Oranje Kruis: https://www.ehbo-koffer.nl/ehbo-kennisbank/achtergrondinformatie/oranje…
  • Zorg in voertuigen voor een volledige en goedgekeurde verbanddoos bedrijfshulpverlening kleine werkunit. Naast de al complete basisinhoud van de richtlijn, kan het nodig zijn om de set aan te vullen met specifieke hulpverleningsproducten als een tekenverwijderaar.
  • Maak intern duidelijke werkafspraken over het compleet houden van de verbanddozen: aanvullen na gebruik!
  • Voor veldhulpverlening geldt de EHBO A-doos als basis, met aanvullingen afhankelijk van de specifieke veldsituatie en werkzaamheden. 

Opleiding en instructie

  • Laat de bedrijfshulpverleners een cursus bedrijfshulpverlening volgen, waarin onder andere aandacht wordt besteed aan de volgende onderwerpen:
    • alleen werken. 
    • val- en beknellingletsel en afgerukte lichaamsdelen
    • in- en uitwendige bloedingen en ernstige zaagwonden oog- en gelaatsletsel
    • huidirritaties, blaarvorming en vergiftigingsverschijnselen elektriciteitsongevallen
    • medische aandoeningen als beroerte, epilepsie, hartziekten en suikerziekte insectenbeten
  • Er zijn speciale opleidingen tot veldhulpverlener: Veldhulpverlening VHV-1, basis en VHV-2, aanvullend
    • VHV-1 betreft een basisopleiding voor alle hulpverlening bij arbeid in het veld. 
    • VHV-2 biedt hierop een aanvulling, specifiek gericht op bepaalde risicovolle werkzaamheden in het veld.  Denk hierbij aan werken met de kettingzaag, werken op hoogte en werken met de lier.
  • Informeer ook de andere medewerkers over hoe de bedrijfs- en/of veldhulpverlening is geregeld.
  • Laat de bedrijfs- en/of veldhulpverleners regelmatig oefenen (minimaal een keer per jaar) en laat ze de opgedane kennis delen met collega’s.
  • Zorg voor na- en bijscholing van de bedrijfshulpverleners en veldhulpverleners.
  • Trainingen voor veldhulpverlening (VHV-1 en 2) kunnen elke twee jaar worden herhaald. Afhankelijk van de risicobeoordeling uit de RIE kunnen (onderdelen van) de trainingen jaarlijks herhaald worden. De herhalingsfrequentie moet worden opgenomen in het calamiteitenplan.

Checklist: Voor de medewerker

Print alleen de checklist

Checklist: Voor de bedrijfshulpverlener

Print alleen de checklist

Checklist: Voor de alleenwerker

Print alleen de checklist

Heb je vragen of nog extra hulp nodig?

Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!

Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.

Vrouw met mobiel