Mestgassen
Mestgassen
Goedgekeurd door Sociale Partners

Uit drijfmest en bij het werken met drijfmest komen gevaarlijke mestgassen vrij. Mestgas bestaat uit onder andere de giftige stoffen zwavelwaterstof, ammoniak en methaan. Het kan ook blauwzuurgas bevatten. Door pieken in de concentratie (o.a. in de mengmesttank, mestsilo, bij het mixen en bij het breken van de koek op de drijfmest) kunnen binnen enkele seconden dodelijke situaties voor mens en dier ontstaan. Een extra verzwarende bijkomstigheid is dat deze gassen zuurstof verdringen waardoor een levensgevaarlijke situatie kan optreden. 

Sommige gassen zoals methaan zijn bovendien brandgevaarlijk en kunnen een explosie veroorzaken. Plaatsen die extra gevaar opleveren zijn besloten ruimtes: in de mestsilo, in de tank van de mengmestverspreider, in het mesttransportvoertuig, en in de mestkelder (de onderkelderde stalvloer), maar ook de directe omgeving van de mixgaten, silo-openingen, mangat van de tankwagen, in de stalruimte tijdens het mixen, de lager gelegen putten (onder andere de melkstalput) en de trekkercabine. Door luchtstromingen kunnen gassen zich in de trekker ophopen, vooral tijdens het mixen met windstil weer. 
Hoge concentraties zijn te verwachten in de stalruimte bij verstoring van het mest milieu zoals het geval is bij pompen, hogedruk spuiten, bij uitval van ventilatoren of onverhoeds voer in de mestput. 

Niet alleen tijdens de werkzaamheden, maar ook door reddingspogingen vallen jaarlijks slachtoffers.
 

Wat is de gewenste situatie?

Personen worden niet blootgesteld aan schadelijke concentraties mestgassen of -dampen. 

De veehouder is op zijn bedrijf verantwoordelijk voor de veiligheid van de personen die daar verblijven. 

Maatregelen

Algemeen

Besteed werk in een mestput, mestsilo of mesttank uit aan een deskundige die beschikt over de juiste middelen. 

Als je het werk in een mestput, mestsilo of mesttank toch zelf doet, zorg dan voor de juiste middelen (zoals meetapparatuur, onafhankelijke adembescherming* en aanlijning) en werkwijze (zie toelichting).

Zorg dat de meetapparatuur minimaal jaarlijks wordt gekalibreerd.

Zorg voor een back-up flesje met ademlucht om bij een defect ademluchtsysteem de gevaarlijke ruimte nog veilig te kunnen verlaten.

Maak afspraken binnen het bedrijf over de werkwijze en de te nemen maatregelen bij calamiteiten, bijvoorbeeld bij uitval van systemen, voer in mestput, uitval ventilatoren, bij pompen van mest, of bij verstoringen van mestput milieu (bijvoorbeeld bij hogedruk reinigen).

Las niet en slijp niet boven mestkelders zonder voorzorgsmaatregelen. Neem maatregelen bij lassen en slijpen. Denk hierbij aan een afscherming van de roosters met een plaat van zeker 10 meter vanaf de lasplaats. Tevens zorg dragen dat er geen andere lichtontvlambare producten in de nabijheid zijn.

Maak afspraken over de afwezigheid van medewerkers (die niet bij de werkzaamheden zijn betrokken) tijdens werkzaamheden waarbij mestgassen vrij kunnen komen.

Maak afspraken dat er geen kinderen op het erf zijn tijdens werkzaamheden waarbij mestgassen kunnen vrijkomen.

Zet het werkgebied af (met borden / afzettingen) en voorkom dat onbevoegden dit gebied betreden (zoals de stal en het gebied om de mestkelder / silo tijdens schoonmaak/reparatiewerkzaamheden e.d.).

Voeg geen zuren toe aan de mest zoals spuiwater of spoelwater. De concentraties gassen kunnen hierdoor nog hoger zijn.

Zorg voor een bedrijfshulpverlener die weet hoe je moet redden, de middelen heeft om iemand te redden en weet om te gaan met slachtoffers die hebben bloot gestaan aan mestgassen

Informeer alle medewerkers over de werkwijze en de voorschriften in het bedrijf. Zorg er ook voor dat zij op de hoogte zijn hoe te handelen bij calamiteiten (bijv. bij de gevolgen van het inademen van mestgassen). Bespreek het noodplan / noodprocedure.

Hang de voorschriften op een duidelijk leesbare plaats voor alle betrokkenen.

Zie toe op het gebruik van de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.

Aanvullende maatregelen bij het mixen en overpompen van mest

Mix minimaal twee maal per maand, dat voorkomt de ophoping van gassen.

Mixen en overpompen vindt alleen plaats bij voldoende wind (minimaal windkracht 3), uit de juiste windrichting, met alle deuren open en het windbreekgaas geopend. Zo wordt de stal maximaal geventileerd. Zet alles open voordat je begint met mixen. De meeste gassen komen vrij wanneer het mixen wordt gestart. Ga door met ventileren totdat de werkzaamheden zijn afgerond.

Ga alleen mixen als de dieren vast staan aan het voerhek of wanneer ze buiten lopen.

Zorg tijdens het mixen en overpompen voor voldoende ventilatie in de cabine van de trekker (deuren en achter raam geopend), zodat vrijkomende mestgassen zich niet kunnen ophopen in de cabine. Let op: niet alle ruimtes worden bij ventilatie (doorwaaien) even goed geventileerd, denk maar aan melkkelders en hoeken in de stal, waar geen wind komt. Houd er rekening mee dat zich hier gassen kunnen ophopen, zet deze gebieden tijdens het mixen af.

Dek openingen naar de mestkelder af als er geen direct toezicht is.

Als dieren door een rooster zijn gezakt of in de kelder zijn gevallen: roep altijd de hulp in van een professionele reddingsorganisatie, bijvoorbeeld de brandweer.

Aanvullende maatregelen bij werkzaamheden in de mestkelder en in de nabijheid van roosters

Doe adequaat onderzoek of er gevaren zijn voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie. Neem maatregelen op basis van het dit onderzoek (zie bijlage 1).

Laat de mest één dag voor de werkzaamheden nog een keer mixen.

Zorg ervoor dat betrokkenen beschikken over:

  • Meetapparatuur
  • Onafhankelijke ademlucht in combinatie met een volgelaatsmasker met perslucht of via een ademluchtcompressor (zie verder onderdeel persoonlijke beschermingsmiddelen)
  • Back-up ademluchtsysteem. Mogelijk dat 2 liter hier te weinig is gezien de grote van de kelder. Houd hier rekening mee.
  • Aanlijning
  • Voorzieningen om een persoon, buiten bewustzijn, snel uit de mestkelder te krijgen (bijvoorbeeld een takel)
  • Communicatiemiddelen
  • Kennis van de risico's van mestgassen, het juiste gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen en meetapparatuur, om het werk verantwoord uit te voeren.
  • De preventieve noodmaatregelen.

Belangrijk is dat de medewerker ook goed geïnstrueerd is in een juist gebruik van de meetapparatuur en overige benodigde middelen.

Zie toe op het gebruik van de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.

Gebruik explosieveilige apparatuur en gereedschap. Denk hierbij ook aan de mobiele telefoon!

Zorg dat de veehouder de dieren vast zet aan het voerhek.

Maak één persoon binnen het bedrijf verantwoordelijk voor de werkzaamheden in de mestkelder. Deze persoon geeft leiding aan.de werkzaamheden. Zorg er voor dat deze persoon volledig op de hoogte is van de te volgen werkwijze bij het betreden van de mestkelder en de veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen.

Zorg dat minimaal één persoon continu toezicht houdt (buiten de mestkelder) en contact houdt met de mensen die werkzaam zijn in de mestkelder.

Laat de toezichthouder er ook op toezien dat degene in de mestkelder met een veiligheidsgordel is bevestigd en over onafhankelijke ademlucht beschikt.

In geval van calamiteit moet de toezichthouder hulp inschakelen (en dus niet zelf direct de mestkelder betreden). De hulpverleners moeten beschikken over perslucht en aangelijnd zijn en moeten geoefend zijn in het redden van een persoon uit een mestkelder.

Er moet echter altijd een toezichthouder buiten de mestkelder blijven, die volledig op de hoogte is van wat hij dan moet doen in geval van een calamiteit.

Aanvullende maatregelen bij werkzaamheden in een silo (besloten ruimte)

Als je het werk zelf wilt doen, neem dan maatregelen op basis van het onderzoek in bijlage 1 en doorloop de checklist mestsiloreiniging in bijlage 2 uit de leidraad Veilig werken in mestopslagen (kiek uut met stront)

Bij schoonmaakwerkzaamheden: zorg voor maximale ventilatie, verwijder de mest eerst zo veel mogelijk van buitenaf, bijvoorbeeld door schoon te spuiten. Betreed de tank / silo pas als verder werken van buitenaf niet meer mogelijk is.

Gebruik mechanische ventilatie (geforceerd ventileren).

Indien er alleen een mangat bovenop de silo aanwezig is moet er, indien dit technisch mogelijk is, een segment vanuit de onderkant van de silo verwijderd worden om zodoende beter te kunnen ventileren en bij een calamiteit een redding gemakkelijker te kunnen uitvoeren. Breng deze opening aan schuin tegen over het aanwezige mangat om zo een goede ventilatie te krijgen. 

Voorkom dat medewerkers in de silo vallen als zij op hoogte moeten werken. Zorg voor een veilige werkplek tijdens de werkzaamheden, die zij gemakkelijk kunnen verlaten. Bijvoorbeeld een trap met bordes.

Zorg voor een adequaat reddingsmiddel om een in nood verkerende medewerker snel uit een silo te kunnen krijgen (takel of lier).

Betreed alleen een silo nadat uit metingen blijkt dat het veilig is. Wanneer de situatie tijdens betreding kan wijzigen moet er continu gemeten worden. De maatregel is gasdetectie op het lichaam te dragen.

Zorg ervoor dat betrokkenen beschikken over de benodigde middelen:

  • meetapparatuur; multigasmeter, waarmee zuurstofpercentage, explosiegevaar en de aanwezigheid van een of meerdere gassen tegelijkertijd vastgesteld kunnen worden (Zie bijlage 1).
  • onafhankelijke ademlucht in combinatie met een volgelaatsmasker met perslucht of via een ademluchtcompressor (zie onderdeel persoonlijke beschermingsmiddelen)
  • backup ademluchtsysteem.
  • aanlijning; reddingsgordel, waaraan een reddingslijn is bevestigd.
  • voorzieningen om een (bewusteloos) persoon snel uit de silo te krijgen (zie preventie maatregelen)
  • communicatiemiddelen
  • kennis om het werk verantwoord uit te voeren. Belangrijk is dat de medewerker goed geïnstrueerd is in een juist gebruik van de meetapparatuur en overige benodigde middelen.
     

Gebruik explosieveilige apparatuur en gereedschap. Denk hierbij ook aan de mobiele telefoon!

Maak één persoon binnen het bedrijf verantwoordelijk voor de werkzaamheden in de mestsilo. Deze persoon geeft leiding aan de werkzaamheden. Zorg er voor dat deze persoon volledig op de hoogte is van de te volgen werkwijze bij het betreden van de mestsilo en de veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen.

Zorg dat minimaal één persoon continu toezicht houdt (buiten de silo) en contact houdt met de mensen die werkzaam zijn in de silo.

Laat de toezichthouder er op toezien dat degene in de silo met een veiligheidsgordel is bevestigd en over onafhankelijke ademlucht beschikt.

In geval van calamiteit moet de toezichthouder hulp inschakelen (en dus niet zelf direct de silo betreden). De hulpverleners moeten beschikken over perslucht en aangelijnd zijn en moeten geoefend zijn in het redden van een persoon uit een silo.

Er moet altijd een toezichthouder buiten de silo blijven, die volledig op de hoogte is van wat hij moet doen in geval van een calamiteit.

Aanvullende werkzaamheden in een mesttank of mestverspreider (besloten ruimte)

Schakel deskundigen in, die beschikken over de juiste hulpmiddelen (o.a. onafhankelijke ademlucht) en kennis om het werk verantwoord uit te voeren.

Als het bedrijf het werk zelf wil doen, neem dan maatregelen op basis van het onderzoek in bijlage 1.

Spoel de tank eerst met water. Lucht de mesttank zo veel mogelijk.

Vul de tank geheel met water met bovenste mangat geopend, waardoor het gas uit de tank geperst wordt. Pas op; zichtbaar schoon na oppervlakkig spoelen wil niet zeggen dat er geen gassen meer in hangen!

Reinig de mesttank of mestverspreider vanaf de buitenzijde.

Zorg daar waar nodig (bijvoorbeeld bij het mangat) voor een duidelijk leesbaar bord met de volgende gevaaraanduiding met onderschrift:

Betreed een mesttank of mestverspreider die is schoongespoeld en langdurig belucht alleen na het verrichten van metingen. Doe een vrijgave meting met een aanzuigende meter.

Laat de medewerker die de op het oog schone mesttank of mestverspreider betreedt een gasdetectiemeter op het lichaam dragen. Er kunnen nog gevaarlijke gassen aanwezig zijn.

Zorg ervoor dat betrokkenen beschikken over de benodigde middelen:

  • meetapparatuur; multigasmeter, waarmee zuurstofpercentage, explosiegevaar en de aanwezigheid van een of meerdere gassen tegelijkertijd vastgesteld kunnen worden. Zie bijlage 1.
  • onafhankelijke ademlucht in combinatie met een volgelaatsmasker met perslucht of via een ademluchtcompressor (zie verder onderdeel persoonlijke beschermingsmiddelen) indien uit metingen blijkt dat er gevaarlijke gassen en dampen aanwezig zijn en de tank of mestverspreider toch betreden moet worden.
  • backup ademluchtsysteem.
  • aanlijning; reddingsgordel, waaraan een reddingslijn is bevestigd.
  • voorzieningen (takel of lier) om een (bewusteloos) persoon snel uit de tank te krijgen.
  • communicatiemiddelen.
  • kennis om het werk verantwoord uit te voeren. Belangrijk is dat de medewerker goed geïnstrueerd is in een juist gebruik van de meetapparatuur en overige benodigde middelen.
  • Zorg dat de medewerker goed geïnstrueerd en getraind is in een juist gebruik en uitlezing van de meetapparatuur en overige benodigde middelen.
  • Gebruik explosieveilige apparatuur en gereedschap. Denk hierbij ook aan de mobiele telefoon!
  • Voorkom dat onbevoegden de ruimte kunnen betreden.
  • Maak één persoon binnen het bedrijf verantwoordelijk voor de werkzaamheden in de mesttank of mestverspreider. Deze persoon geeft leiding aan de werkzaamheden. Zorg er voor dat deze persoon volledig op de hoogte is van de te volgen werkwijze bij het betreden van mesttank of mestverspreider en de veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen.
  • Zorg dat minimaal één persoon continu toezicht houdt (buiten de mesttank of mestverspreider) en contact houdt met de mensen die werkzaam zijn in de mesttank of mestverspreider.
  • Laat de toezichthouder er ook op toezien dat degene in de mesttank of mestverspreider met een veiligheidsgordel is bevestigd en de multigasmeter bij zich draagt.
  • In geval van calamiteit moet de toezichthouder hulp inschakelen (en dus niet zelf direct de mesttank of mestverspreider betreden). De hulpverleners moeten beschikken over perslucht en aangelijnd zijn en moeten geoefend zijn in het redden van een persoon uit een mesttank of mestverspreider.
  • Er moet echter altijd een toezichthouder buiten de mesttank of mestverspreider blijven, die volledig op de hoogte is van wat hij dan moet doen in geval van een calamiteit.
  • Voorkom dat medewerkers in mesttank of mestverspreider vallen als zij op hoogte moeten werken. Zorg voor een veilige werkplek tijdens de werkzaamheden, die zij gemakkelijk kunnen verlaten.
  • Plaats bijvoorbeeld een aluminium stang in het mangat om te voorkomen dat personen de mesttank kunnen betreden of er in kunnen vallen bij bedwelming.

Overweeg bij de aanschaf van een nieuwe mesttank deze te voorzien van een spoelleiding.

Toelichting op de maatregelen 

Algemeen

Gezien de levensgevaarlijke situaties bij het betreden van de mestkelder, mesttank of silo wordt nadrukkelijk aangeraden werkzaamheden in mestkelder, mesttank of silo te laten uitvoeren door deskundigen. Dodelijke ongevallen in combinatie met mestgassen gebeuren, elk jaar weer, als gevolg van ondeskundig handelen: tijdens de werkzaamheden zelf, maar ook onder degenen, die hulp willen verlenen als het mis gaat. Degenen die de werkzaamheden verrichten, maar ook de collega’s, die hulp moeten bieden in noodsituaties, moeten daarom goed opgeleid en getraind zijn (en bijvoorbeeld weten hoe de meetapparatuur afgelezen en gebruikt moet worden, hoe de adembescherming te gebruiken e.d.), beschikken over de juiste beschermingsmiddelen en zijn bekend met de noodprocedure. 

  • Betreed nooit zonder de aanwezigheid van een mangatwacht en nooit zonder onafhankelijke adembescherming (perslucht) de ruimten waar mogelijk schadelijke concentraties mestgassen zich bevinden. Aan het gebruik van perslucht zijn voorwaarden verbonden. Deze zijn te vinden in de gebruikshandleiding van de apparatuur. Het is van levensbelang dat de gebruiker de vermelde aanwijzingen opvolgt.
  • Zorg dat medewerkers tijdens werkzaamheden niet in de mestkelder, mesttank of mestsilo kunnen vallen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bedwelmd raken tijdens het werken op rand of dak of voorover buigen in de opening. Voorzie rand of dak bijvoorbeeld van een reling of plaats op de opening van de tankwagen een stang of rooster. Dit voorkomt dat personen er in kunnen vallen.
  • Zorg voor een takel en/of lier om een persoon in nood snel uit de silo, tank of kelder te krijgen. 
  • Voer de werkzaamheden in de mestkelder, mesttank of silo alleen uit vanaf windkracht 3 en hoger en wanneer het minder dan 28 graden Celsius is.
  • Zorg voor een trekbeveiliging wanneer gebruik gemaakt wordt van slangapparaten. Bij het ergens achter blijven van haken van de persluchtslang voorkomt de trekbeveiliging dat de ademaansluiting van het gezicht gerukt wordt.
  • Zorg voor niet elektrostatische oplaadbare type ademluchtslangen. De silo, tank of mestkelder kan een explosiegevaarlijke omgeving zijn.
  • Let op dat de ademluchtcompressor voorzien is van een back-upfunctie dat wanneer de stroom uitvalt deze ademluchtcompressor overschakelt naar bijvoorbeeld een aggregaat of eigen stroomvoorziening.
  • Werk met een persluchttoestel voorzien van een terugtochtwaarschuwingssignaal en een veiligheidsafsluiter.

Opleiding en instructie

  • Laat iedereen die met mestgassen in aanraking kan komen jaarlijks de E-learning doen.
  • Stel instructies op voor medewerkers over de risico’s van het werken met mestgassen. Zie bijlage 6Train medewerkers die met adembescherming moeten werken.
  • Instrueer en train de medewerker goed in een juist gebruik en het uitlezen van de meetapparatuur en overige benodigde middelen.
  • Train medewerkers in het redden van mensen uit ruimten waar gevaarlijke mestgassen aanwezig zijn.
  • Bespreek vooraf de werkinstructie en de noodprocedure.
  • Instrueer de BHV’ers over de effecten van de diverse gevaarlijke mestgassen.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

  • Werk altijd met een harnasgordel met redlijn en met een extra man buiten de ruimte.
  • Pas onafhankelijke adembescherming*, in combinatie met een volgelaatsmasker (bij voorkeur perslucht) toe bij het betreden van besloten ruimtes en mestkelders. Aan het gebruik van perslucht zijn voorwaarden verbonden. Deze zijn te vinden in de gebruikshandleiding van de apparatuur. Het is van levensbelang dat de gebruiker de vermelde aanwijzingen opvolgt.
  • Voorkom dat medewerkers werken met een slecht passend volgelaatsmasker. Per persoon moet bekeken worden wat passend is. Niet alleen de lichaamsmaten zijn hierop van invloed, maar ook zaken zoals een baard, bakkebaarden en haar dat over het voorhoofd valt spelen een rol.
  • Maak gebruik van een backup systeem (klein ademluchtflesje van 2 liter / 300 bar). Dit kan gekoppeld worden aan het gelaatststuk van het volgelaatsmasker. Bij het afknellen of lekken van de luchtslang kan het backupflesje met eigen slang open gedraaid worden en heeft men voldoende lucht om de besloten ruimte veilig te kunnen verlaten.
  • Werk met een persluchttoestel voorzien van een terugtochtwaarschuwingssignaal en een veiligheidsafsluiter.
  • Het is voor persluchtmaskerdragers verplicht om voor het werken met onafhankelijke ademlucht (perslucht)een medisch onderzoek te ondergaan.
  • De bedrijfsarts beslist op basis van de uitkomsten of betrokkene wel of niet medisch geschikt is om een onafhankelijk ademluchtmasker te dragen. De werkzaamheden mogen alleen verricht worden met een geldig medisch keuringsbewijs (voor inhoud van de keuring zie bijlage 4).
  • Inspecteer periodiek (minimaal jaarlijks) alle persoonlijke beschermingsmiddelen en de toebehoren zoals de ademluchtcompressor.
  • Laat voor aanvang van de werkzaamheden de persoonlijke beschermingsmiddelen controleren.

* Onafhankelijke adembescherming is bijvoorbeeld een volgelaatsmasker met een persluchtfles, zoals dat bij de brandweer gebruikt wordt gebruikt of een volgelaatsmasker in combinatie met een ademluchtcompressor (zuivere ademlucht conform NEN-EN 12021). De kwaliteit van de ademlucht uit een compressor of een ademluchtcilinder moet ook regelmatig gecontroleerd worden. De ademluchtcompressor moet zijn voorzien van een back-upfunctie dat wanneer de stroom uitvalt deze ademluchtcompressor overschakelt naar bijvoorbeeld een aggregaat of eigen stroomvoorziening. Ook bij het werken met perslucht moet gebruik gemaakt worden van een backupfunctie (klein ademluchtflesje). Het persluchttoestel moet voorzien zijn van een terugtochtwaarschuwingssignaal en een veiligheidsafsluiter.

 Preventieve noodmaatregelen

  • Breng vooraf voldoende reddings- /vluchtvoorzieningen aan, zoals meerdere vluchtwegen (openingen in zijkanten / dak), vaste trappen, en voorzieningen om takels aan te bevestigen om bedwelmde medewerkers uit de ruimte te takelen. Zie ook Leidraad Veilig werken in mestopslagen (Kiek uut met stront)
  • Beschrijf in een procedure (Bijlage 3: Noodprocedure) wat te doen als zich toch een noodsituatie voordoet (bijv. bedwelming van personen in de tank of bij de tankopening, brand e.d.);
    • de technische noodmaatregelen (eisen aan de technische middelen, zoals communicatieapparatuur, reddingsmiddelen)
    • de organisatorische noodmaatregelen (o.a. instructie en toezicht, de wijze waarop mensen in en buiten de tank contact met elkaar houden, noodsignalen e.d.) 
    • de verantwoordelijkheden (wie waarvoor verantwoordelijk is, zoals: wie waarschuwt wanneer externe hulpverleners, wie beslist over de wijze waarop hulp wordt geboden) en de taken van betrokkenen (welke hulp of bijstand wordt door wie geboden).
  • Bespreek de procedure met alle betrokkenen.
  • Zorg vooraf voor voldoende hulpmiddelen in de nabijheid van het werk, zoals onafhankelijke adembescherming, dat wil zeggen een volgelaatsmasker met persluchttoestel.
  • Zorg altijd voor een tweede persoon die ter plekke en op veilige afstand toezicht houdt en meteen kan optreden wanneer gevaren zich voordoen.
  • Zorg dat iedereen zich er van bewust is dat het goed waarschuwen en wegwijs maken van de hulpverleners, assistentie verlenen door het klaar zetten van ladders, touwen, machines e.d. kostbare tijd kan schelen bij de redding.
  • Zorg ook dat de hulpverlener aangelijnd is en gebruik maakt van perslucht.
  • Zorg voor een bedrijfshulpverlener bekend is met de gevolgen van de blootstelling aan mestgassen.
  • Zorg voor een hulpverlener die getraind is in het redden van mensen uit een ruimte waar gevaar van mestgassen aanwezig is. Denk eerst aan de eigen veiligheid en is die niet gegarandeerd wacht dan op de professionele hulpverleners.
  • Laat detectiemeters voor elk gebruik kalibreren (bumptest) en daarnaast periodiek onderhouden.

 

Medewerkers die een groter risico lopen

  • Jongeren
    • Voor jongeren, 13 t/m 17 jaar, geldt dat zij geen werkzaamheden mogen verrichtten in de stal tijdens het mixen en geen mestkelder, silo’s en dergelijke mogen betreden.
  • Zwangeren
    • Laat zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven niet in aanraking komen met mestgassen. 
  • Anderstaligen
    • Instrueer de medewerkers aantoonbaar en in begrijpelijke taal over de gevaren van mestgassen en de te nemen maatregelen ook in geval van een calamiteit. Controleer altijd of men de instructies begrepen heeft. 

Meer informatie

Downloads

Bijlage: Onderzoek Mestgassen Juni 2017 Download
Bijlage: Gevaren van mestgassen Juni 2017 Download

Heb je vragen of nog extra hulp nodig?

Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!

Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.

Vrouw met mobiel