Vierwielige trekkers
Vierwielige trekkers
Goedgekeurd door Sociale Partners
Getoetst door Nederlandse Arbeidsinspectie

Geactualiseerd en positief getoetst NLA Juli 2024

 

Trekkers worden in combinatie met werktuigen ingezet voor verschillende werkzaamheden. Werkzaamheden in een moderne trekker met veiligheidscabine zijn veilig. Risico's ontstaan bij het aankoppelen van werktuigen, werken bij draaiende machine of aftakas en deelname aan het verkeer en werken op taluds en hellingen.

 

Trekker maait talud

Wat is de gewenste situatie?

De trekker is veilig en wordt conform de gebruikshandleiding gebruikt en onderhouden.

Het aankoppelen van werktuigen gebeurt op een veilige manier.

De chauffeurs beschikken over een T-rijbewijs en hebben aantoonbaar instructie ontvangen. 

Maatregelen

Werk met tijdig onderhouden machines, conform de gebruikshandleiding gebruikt en onderhouden.

Zorg dat de trekker is voorzien van een veiligheidscabine of een veiligheidsbeugel of -frame en veiligheidsgordels voor de zitplaatsen.

Zorg dat de kennis en ervaring van de medewerkers is afgestemd op de gevaren van de combinatie trekker - machine - omgeving.

Zorg voor toezicht op een veilige uitvoering van het werk.

Laat alleen bestuurders met een T-rijbewijs een trekker besturen.

Checklist

Eén keer een nee? Bel je leidinggevende (als je het niet zelf op kunt lossen). 

Toelichting op de maatregelen

Organisatie en voorbereiding 

  • Zorg dat de trekker is voorzien van een veiligheidscabine, -frame of -beugel 
  • Voorkom dat de bestuurder / bijrijder bij incidenten onder de trekker terecht komt; voorzie de zitplaatsen van veiligheidsgordels (minimaal heupgordel). 
  • https://www.stigas.nl/agroarbo/sites/stigas.nl.agroarbo/files/2016/09/Heupgordel.png

  • Maak afspraken over het gebruik van de veiligheidsgordels. Spreek met de medewerkers af dat ze de veiligheidsgordel altijd dragen bij het rijden op de openbare weg en in andere risicovolle situaties met kantelgevaar. 
  • Bij een ongeval kan men door de klap uit of van de trekker geslingerd worden. Zie  filmpje 
    • 16- en 17 jarigen mogen een trekker besturen, mits zij in het bezit zijn van een trekkerrijbewijs en er toezicht gehouden wordt. Meer info. 
  • Zorg dat de trekker is voorzien van een laag aankoppelpunt voor getrokken werktuigen om het achteroverslaan te voorkomen. 
  • Gebruik een aankoppelsysteem waarbij personen zich niet tussen de trekker en het werktuig hoeven te bevinden  
  • Zorg voor goede verlichting en goed zicht. 
  • Monteer eventueel extra spiegels of gebruik een camera met monitor. Kijk op Rijden met trekkers en grote machines
  • Indien extra spiegels of gebruik camera niet mogelijk zijn moet er een tweede persoon aanwijzingen geven (seingever) 
  • Bepaal bij werken op taluds of hellingen vooraf welke techniek het beste ingezet kan worden. Kijk op Werken op hellingen en taluds
  • Zorg dat de trekker veilig kan deelnemen aan het verkeer, zodat de trekker gezien wordt en de chauffeur overige verkeersdeelnemers ziet..Meer info, Trekkerbumpers maken een trekker veiliger
  • Voer overdag verlichting (dimlicht) voor een betere zichtbaarheid. 
  • Neem maatregelen, bij materiaal dat in de fronthef hangt en meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteekt. Maatregelen kunnen zijn: 
    • gebruik van spiegels, 
    • camera’s of 
    • begeleiding door een tweede persoon (seingever). 

  

https://www.stigas.nl/agroarbo/sites/stigas.nl.agroarbo/files/2017/03/35-sta-300x89.jpg

Gereedschap, machines en apparaten 

  • Overweeg bij aanschaf een trekker met luchtdrukremmen vanwege de toegenomen snelheid en massa. 
  • Onderhoud de trekker conform de gebruikershandleiding. 
  • Controleer dagelijks: de vloeistofniveaus, de wielbouten en moeren en andere delen die de veiligheid kunnen beïnvloeden. 
  • Laat de trekker periodiek keuren door een deskundige.  
  • De APK plicht geldt voor land- en bosbouwtrekkers op wielen met een maximale constructiesnelheid van meer dan 40 km/uur. Meer informatie. 
  • Check de chauffeursstoel aantoonbaar en gebruik daarbij de checklist Onderhoud chauffeursstoel. 
  • Zorg dat er in de centrale draadspindel van de topstang (bovenste verbindingsstang) aan beide zijden minimaal 5 cm. draad aanwezig blijft voor veilig gebruik. 
  • Voorzie hydraulische topstangen van een slangbreukbeveiliging of van afsluitkraan die bij transport dichtgezet wordt. 
  • Zorg voor effectief onderhoud van de aftaktussenas Meer info 

Opleiding en instructie 

  • Het is verplicht om een T-rijbewijs te hebben bij het besturen van een trekker op de openbare weg. Meer informatie. 
  • Instrueer medewerkers aantoonbaar over de gevaren en de te nemen maatregelen. 
  • In de instructie aan de medewerkers moet minimaal het volgende (staat ook in de bijlage die je kan printen) aan de orde komen: 
    • De gevaren van het werken met een trekker, zoals het aankoppelen van werktuigen, rijden op de weg of op hellingen, nemen van bochten en rotondes, afslaan en de blinde zone, zwakke weggebruikers, enz. 
    • Hoe die gevaren beheerst worden, bijvoorbeeld; 
      • veilige een machine aankoppelen 
      • wat is beheerst rijden 
      • kwetsbare weggebruikers  
      • zicht op de weg mag niet belemmerd worden door materieel voorop de trekker 
      • neem maatregelen, om bij materiaal dat voor in de fronthef hangt dat meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteekt; bijvoorbeeld het gebruik van spiegels, camera’s of begeleiding door een tweede persoon 
      • dode hoek en het nemen van een afslag, een bocht of een rotonde 
      • kantelen van trekker (en machine) 
      • vloeibare ladingen en de invloed van rotondes op de stabiliteit 
      • controle van de werking van de remmen en kennis van de remweg  
      • elektrische bovenleidingen. 
      • dieselmotoremissies zijn schadelijk; trekker niet in een ruimte laten draaien 
      • los zittende kleding of haren voorkomen 
      • telefoongebruik tijdens het werk 
      • bij uitstappen: 
        • altijd de handrem gebruiken 
        • gebruik de traptreden en handgrepen; niet springen 
    • Aan- en afkoppelen van werktuigen: 
      • Nooit een hefinrichting bedienen als er iemand tussen de trekker en het werktuig staat. Altijd naast de trekker of het werktuig staan. 
      • Voor de hef- en daalbeweging altijd de positieregeling van de hefinrichting gebruiken (zie gebruikershandleiding).  
      • Vòòr transport over de weg de stabilisatie vastzetten, anders kan het werktuig zijdelings uitzwaaien.  
      • Hydraulische, elektrische en/of pneumatische leidingen dusdanig bevestigen dat zij niet bekneld kunnen raken.  
      • Geschikte borgmaterialen gebruiken, (bijvoorbeeld geen kromgebogen spijkers of ijzerdraad).  
      • Zorg dat de lengte van de aftaktussenas afgestemd is op de trekker/werktuigcombinatie. Dit kan per combinatie verschillen. Een onjuiste lengte kan beschadigingen veroorzaken aan de aandrijfassen van de trekker en het werktuig, de kruiskoppelingen van de tussenas en de afscherming van de tussenas.  
      • De motor van de trekker afzetten vòòr het aankoppelen van de aftaktussenas. Bij de meeste trekkers is de aftakasstomp dan met de hand draaibaar.  
      • Vòòr het afkoppelen van de hydrauliekslangen zorgen dat het systeem in ruststand is, zodat de druk van de slangen af is. 
    • Rijden op de openbare weg: 
      • Scherm scherpe delen af  
      • Zorg dat de verlichting werkt en goed zichtbaar is. 
      • Reinig spiegels tijdig  
      • Draag je veiligheidsgordel  
    • Wat te doen als gevaren afwijken van normaal of besproken is. 
    • Bespreek ongevallen die voorkomen bij het werken met trekkers 
    • De werkwijze bij het optreden van storingen 
    • Niet uit een (langzaam) rijdende trekker stappen 
    • Veiligheidsaanbevelingen uit de gebruikershandleiding van de trekker. 
    • Controle voor gebruik 
      • vloeistofniveaus,  
      • wielbouten of –moeren 
      • spiegels en camera / monitor als die aanwezig zijn  
      • remmen van de trekker  
      • koppeling van het werktuig 
      • aftakasafscherming  
    • Veilig banden oppompen 
    • Storingen pas opheffen als de machine is uitgeschakeld, volledig stilstaat en is uitgedraaid. 
    • Gebruik een gevaarlijke machine niet meer. Meld het aan de leidinggevende. 
    • Welke persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden: 
      • gebruik van de veiligheidsgordel  
      • veiligheidsschoenen met goede grip op de ondergrond 
      • gehoorbescherming bij lawaaiige trekker meer dan 80 dB(A) (zie ook bijlage 1 van Geluid) 
    • Na afloop van het werk: 
      • Maak de machine schoon en smeer door zoals in het bedrijf is afgesproken. 
      • Controleer op schade, slijtage of ontbrekende of loszittende onderdelen. 
      • Informeer jouw leidinggevende over eventuele defecten. 
    • Het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen (die de reactiesnelheid kunnen beïnvloeden). 
    • Checklist voor de dagelijkse praktijk, zoals in de arbocatalogus is omschreven. 
    • Bespreek bij slechte weersomstandigheden of bodemgesteldheid: Los trekken van een vastzittende trekker of machine 
    • Check of de chauffeur de instructie heeft begrepen. 
    • Maak eventueel gebruik van de informatie "Ik rij veiliger!

Persoonlijke beschermingsmiddelen 

  • Gebruik altijd de veiligheidsgordel bij werkzaamheden waarbij kantelgevaar aanwezig is en op de openbare weg. 
  • Draag Veiligheidsschoenen of veiligheidslaarzen. De schoenen moeten voldoen aan de norm NEN-EN-ISO 20345 en minimaal van klasse S3 zijn (met stalen neus). De laarzen moeten ook aan de norm NEN-EN-ISO 20345  voldoen en minimaal klasse S5 zijn.. 
  • Gebruik handschoenen bij aan- en afkoppelen. 
  • Gehoorbescherming  
    • De werkgever moet bij een dagdosis van meer dan 80dB(a) gehoorbescherming aanbieden 
    • De werknemer is verplicht om gehoorbescherming te dragen bij een dagdosis van 85Db(a) 

Wat u verder nog moet weten 

  • Laat een trekker niet in een afgesloten ruimte draaien. De uitlaatgassen zijn zeer schadelijk voor de gezondheid. 
  • Op- of bijpompen van banden kan gevaarlijk zijn. Geef aantoonbaar instructie aan de medewerkers Veilig oppompen van banden
  • Verminder de blootstelling aan schokken en trillingen: 
    • Stel bij aanschaf hoge eisen aan: 
      • Zicht op het werk en de instrumenten zoals bedieningsmiddelen, schermen en  meters. 
      • Trillingsdemping, zoals stoeleigenschappen, vooras- en cabinevering, eigenschappen van de banden. De dagelijks toegestane gebruiksduur is afhankelijk van het trillingsniveau. 
    • Gebruik bij kippers en dumpers een kogeltrekhaak om overmatige trillingen en schokken te voorkomen. 
    • Geef een instructie Instellen van de stoel. 

Meer informatie 

Heb je vragen of nog extra hulp nodig?

Een gezond bedrijf. Zo doe je dat!

Hebben jouw medewerkers een gezonde werkplek? Werken ze allemaal even veilig? En net zo belangrijk: zitten ze lekker in hun vel? Vragen waar wij het antwoord op weten.
Bij Stigas hebben we jarenlange ervaring met het zorgen voor gezonde medewerkers in agrarische en groene bedrijven. Gezonde medewerkers zorgen namelijk voor gezonde bedrijven. En gezonde bedrijven zorgen voor een gezonde sector.

Vrouw met mobiel