Ventilatoren
Als een ventilatorsysteem op hoogte wordt schoongemaakt kan degene die hem schoonmaakt door het dak of van het dak vallen. Als een ventilator niet of onvoldoende wordt schoongemaakt, bestaat het risico op brand. Als iemand ongewild in aanraking komt met de ventilator kan dat letsel tot gevolg hebben.
Wat is de gewenste situatie?
Als op hoogte (boven 2.50 m) wordt gewerkt is er aan de rand een leuning of hekwerk geplaatst van minstens 1.00 m hoog met een tussenregel op 0,5 m.
De ventilator is zodanig afgeschermd dat een hand er niet bij kan komen.
Maatregelen
Zorg dat de ventilator vanaf de vloer van de stal niet bereikt kan worden.
Hanteer een veilige onderhouds- en schoonmaakprocedure.
Zorg voor een dubbele beveiliging, zodat dat de ventilatoren tijdens het werk niet inwerking kunnen worden gezet.
Als er op het dak gewerkt wordt: voorzie het dak van een dakrandbeveiliging (leuning en tussenregel).
Licht de medewerkers voor over de risico's van het werken op daken.
Als afscherming door een leuning niet mogelijk is: gebruik persoonlijke valbeveiliging (een vanggordel).
Gebruik veiligheidsgordels in combinatie met valbeveiligingssystemen.
Licht medewerkers voor over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (harnasgordel).
Checklist
Toelichting op de maatregelen
Organisatie en voorbereiding
- Zorg dat vanaf de vloer van de stal de ventilator niet bereikt kan worden. Plaats deze op minimaal 2.70 m hoogte of scherm de ventilator af. Voer de afscherming zodanig uit dat de ventilator geen vinger- of handletsel kan veroorzaken.
- Zorg voor een dubbele beveiliging, zodat dat de ventilatoren tijdens het werk niet inwerking kunnen worden gezet. Plaats bijvoorbeeld niet alleen een waarschuwing op de schakelaar maar neem ook de zekering eruit.