Via het gewas kun je als gewaswerker blootgesteld worden aan gewasbeschermingsmiddelen. Gewone (stoffen) kleding biedt voldoende bescherming. Draag een lange broek en een shirt met lange mouwen en eventueel katoenen handschoen. In hoge gewassen kan een petje helpen om blootstelling via het hoofd te verminderen. Zorg wel dat je elke dag schone kleding aantrekt. Hiermee voorkom je dat je via vervuilde kleding toch nog wordt blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen.

Werken in nat gewas

Wacht voordat je het gewas in gaat totdat het gewas droog is. Niet alleen als er net gespoten is, maar ook als het gewas nog nat is door regen, beregening of dauw. Als stoffen kleding nat wordt, biedt het geen bescherming meer tegen gewasbeschermingsmiddelen.

Is het niet mogelijk om te wachten totdat het gewas droog is of als je kleding nat wordt door het gewas zelf (bijv. bij het snijden van sla), draag dan regenkleding (Regenbroek en/of regenjas afhankelijk van waar je nat wordt.) Zorg wel dat je de regenkleding regelmatig reinigt. Aan de binnen en buitenkant.

Werken bij warm weer

Als je bij warm weer kleding uittrekt en bijv. met een korte broek en zonder shirt gaat werken, neemt het huidoppervlak dat blootgesteld wordt aan gewasbeschermingsmiddelen toe. Afhankelijk van het gewas (hoog of laag), kan de blootstelling verdubbelen.

Hoe korter na de bespuiting hoe hoger de blootstelling nog zal zijn. Overleg met je werkgever of de toepasser of het verstandig is om in een korte broek en/of zonder shirt te werken.

Gewastafels

Bijvoorbeeld in de potplantenteelt worden de planten vaak op tafels gekweekt. Als de planten gespoten worden, zal ook altijd een deel van de middelen op de tafels terecht komen. Voorkom dus dat je met je onbeschermde huid tegen de tafels aanleunt. Denk ook even na welk ‘meubilair’ of apparatuur nog meer is vervuild met gewasbeschermingsmiddelen en die misschien ongemerkt en onnodig voor blootstelling kunnen zorgen.