Gewasbeschermingsmiddelen

De belangrijkste vuistregels

Waar moet je op letten als je met gewasbeschermingsmiddelen gaat werken? Lees hieronder de 10 belangrijkste vuistregels.

10 vuistregels voor wie met beschermingsmiddelen werkt

1. Ken de risico's

Lees voor je begint de gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing op het etiket en het veiligheidsinformatieblad. Dan weet je wat je moet doen om veilig te werken. Binnen het middelenpakket van gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn stoffen met kankerverwekkende en/of mutagene en/of reproductietoxische (CMR) eigenschappen. Van het Ctgb ontvangt Stigas tweemaal per jaar een overzicht van gewasbeschermingsmiddelen met CMR-eigenschappen. 

Bekijk hier het overzicht

2. Bescherming

Draag handschoenen, een spuitoverall, laarzen en een volgelaatsmasker.

3. Maskerbril

Bij het werken met gewasbeschermingsmiddelen moet je je gezicht en dus ook je ogen beschermen. Als je een bril draagt kan het lastig zijn om een volgelaatsmasker te dragen. Hierdoor wordt vaak gekozen voor een halfgelaatsmasker om de bril op te kunnen houden. Een halfgelaatsmasker beschermt onvoldoende tegen blootstelling omdat via ogen en het gezicht ook sprake is van opname van gewasbeschermingsmiddelen.

Lees meer >

4. Ventielen

Controleer de in- en uitlaatventielen voordat je je volgelaatsmasker gebruikt. Controleer na afloop opnieuw. Lees het leaflet. 

5. Baardstoppels

Bij baardstoppels van twee dagen sluit het masker niet goed aan. Dus: altijd vooraf scheren.

6. Spuit

Controleer regelmatig de afstelling en de staat van de spuit. Werkt hij nog goed? Zo niet: pak een nieuwe.

7. Collega's

Spuit niet als je collega’s in de buurt werken.

8. Waarschuwingsbord 

Plaats een waarschuwingsbord voor je collega’s die in het gewas werken. Zet hierop:

  1. het tijdstip waarop je gaat spuiten
  2. het middel dat je spuit
  3. wanneer je collega’s weer veilig in het gewas kunnen werken.

9. Schoonmaken

Spoel je masker (niet het filter!), je overall, laarzen en handschoenen af met lauw water en zeep. 

10. Drogen

Laat persoonlijke beschermingsmiddelen na gebruik goed drogen. Berg ze op in een aparte kast. Nooit op de plek waar je ook de gewasbeschermingsmiddelen bewaart.  Het filter heeft een uiterste gebruiksdatum. Houd je daaraan; anders loop je risico's.